Geveldoorbrekingen

Ventilatie-, afvoerkanalen en andere openingen in de gevel (bijv. doorvoeren van gevelkachels, wasemkappen, ventilatoren, etc.) vragen aandacht. Buitenroosters van geveldoorvoeren moeten eerst worden gedemonteerd; de doorvoeren moeten na verlenging aan de buitenzijde van het systeem aansluiten, waarna de buitenroosters wederom kunnen worden gemonteerd. Daarbij letten op een goede afdichting rondom (bijv. met een cellenband of een voegvullingsmassa die het isolatiemateriaal niet aantast). Bij systemen met polystyreenplaten moeten afvoerkanalen van hete rookgassen altijd eerst rondom worden voorzien van een bekleding van een onbrandbaar isolatiemateriaal waardoor het polystyreen nergens met de doorvoerbuis in aanraking kan komen. De breedte van die onbrandbare strook isolatiemateriaal moet ten minste 50 mm bedragen met dezelfde dikte als die van de toegepaste polystyreenplaten.

Sommige afvoerkanalen hebben aan de buitenzijde een aanzuigbuis voor buitenlucht voor de verbranding. De rookgassen treden door de daarbinnen gelegen afvoerbuis naar buiten. De temperatuur van de buitenste buis wordt hierdoor dermate laag dat het niet nodig is deze rondom te voorzien van onbrandbaar isolatiemateriaal.