Passtroken

Isolatieplaten moeten zoveel mogelijk in hun geheel worden verwerkt, behalve daar waar zij, als gevolg van bouwkundige details van de gevel, tot passtukken moeten worden verzaagd of versneden. In die gevallen moet er voor worden gezorgd dat een strakke zaaglijn verkregen wordt.

In principe mogen geen kleinere passtukken worden gebruikt dan stroken van tenminste 150 mm. In geen geval mogen deze passtroken structureel over de gevel verdeeld worden toegepast.

Afgebrokkelde of anderszins beschadigde platen mogen niet worden verwerkt.