Krabpleister

De krabpleister wordt in een ongeveer 15-18 mm dikke laag, veelal machinaal, aangebracht op de wapeningslaag. De laag mag niet te snel drogen wat kan worden tegengegaan door de pas aangebrachte pleister met een folielaag te bedekken of de laag regelmatig met nevel vochtig te maken.

 

Afhankelijk van vochtigheid en temperatuur wordt een verhardingstijd tussen een halve en drie dagen in acht genomen.

Het is zeer belangrijk dat eventueel ontstane krimpscheuren en z.g. zakscheuren (die soms ontstaan als de dikke pleisterlaag voor verharding ‘uitzakt’) voor de krabbewerking worden dichtgeklopt.

Dan wordt de gevel ‘gekrabd’. Het oppervlak met een speciale krabborstel gekrabd. De grootste korrels springen daarbij uit de halfharde pleisterlaag tot een laagdikte van ongeveer 8-12 mm wordt bereikt. Dit uitgaande van de meest toegepaste 5 mm korrel. Bij krabpleisters met een fijnere korrel hoort een andere laagdikte.

Na de krabbewerking, tijdens de verdere verharding, mag de pleister NIET meer met nevel vochtig gemaakt worden.