Weefsel aaanbrengen

In de nog natte mortellaag moet het wapeningsweefsel worden ingebed. Het moet overal en zonder plooien volledig in de mortel zijn opgenomen. De afzonderlijke banen moeten elkaar ten minste 100 mm overlappen.

Het wapeningsweefsel mag nergens met de isolatieplaten in direct contact staan en ook nergens buiten de mortellaag steken, omdat uitstekende glasvezels, waarvan het wapeningsweefsel is gemaakt langs hun oppervlak vocht in de mortel kunnen geleiden.

Aan de voorgeschreven dikte van de wapeningslaag dient streng de hand gehouden te worden.