2018-03-24

Lambdawaarde

Energie (warmte) stroomt van warm naar koud. Hoe snel warmte verloren gaat is afhankelijk van de mate waarin materialen die warmte geleiden. Die mate wordt vastgelegd in de z.g. warmtegeleidingscoëfficiënt / lambdawaarde.

Goede warmtegeleiders zoals bijvoorbeeld staal isoleren slecht. Staal voelt koud aan omdat het warmte aan de hand onttrekt. Staal geleidt warmte goed en heeft dus een hoge warmtegeleidingscoëfficiënt / lambdawaarde.

Isolatiematerialen doen het tegenovergestelde. Zij ontlenen hun isolerende werking aan lucht (of een ander gas). Lucht is een slechte warmtegeleider. Isolatiematerialen hebben dan ook een lage warmtegeleidingscoëfficiënt / lambdawaarde.

De warmtegeleidingscoëfficiënt / lambdawaarde wordt uitgedrukt in W/m.K.

Met de warmtegeleidingscoëfficiënt en de dikte is te bepalen hoe goed een materiaal kan isoleren.

Hieronder volgt een lijst met lambdawaarden van bouwmaterialen waaronder isolatiematerialen. Vochtige materialen hebben een hogere warmtegeleidingscoëfficiënt dan droge. Die waardes staan ook in de tabel.

Materiaal Soortelijk gewicht Kg/m³ Lambda droog W/m.K Lambda vochtig Toeslag in %
Pleisterlagen
Cementmortel 1900 0,93 25
Kalkmortel 1600 0,7 30
Gipsmortel 1100-1300 0,37-0,52 30
Dispersiegebonden mortel 1100-1500 0,7 30
Isolerende mortel 200 0,08-0,11 25
Natuursteen
Basalt / Graniet 3000/2650 3,5 25
Kalksteen zacht 2200-2350 1,4-1,7 25
Kalksteen hard / marmer 2550/2750 2,2/2,9 25
Zandsteen 2000-2650 2,0-4,0 25
Stenen
Kalkzandsteen 2000 1,0-1,3 25
A2 (Poriso) 1350 0,43 30
A3 (Isolatiesteen) 1000 0,3 35
B1 (Rood) 1300-1700 0,45-0,65 30
B2 (Boerengrauw) 1300-1700 0,45-0,65 30
B3 (Hardgrauw) 1700-1900 0,65-0,73 25
B4 (Gevelklinkers) 2100 0,80-0,90 25
Beton
Verdicht gewapend / ongewapend 2500/2400 1,9/1,7 25
Niet verdicht gewapend / ongewapend 2300/2200 1,4/1,3 25
Lichte betonsoorten 1300-1900 0,45-0,95 30-25
1000 0,35 35
700 0,23 40
500 0,17 40
300 0,12 40
200 0,08 40
Cellenbeton 1300 0,5 30
1000 0,35 35
700 0,23 40
400 0,15 40
Hoogovenslakkenbeton 1900 0,7 25
1600 0,45 30
1300 0,3 30
1000 0,23 35
Andere anorganische materialen
Gipskartonplaat 800-1400 0,21-0,46 40-30
Cellulair glas 105-165 0,036-0,060 0
Minerale wol (dekens) 15-21 0,036-0,041 5
Minerale wol (platen) 16-250 0,034-0,036 5
Tegels
Hardgebakken tegels 2000 1,2 25
Houtproducten
Hardhout / Tri- en Multiplex 800/700 0,17 20
Naaldhout 550 0,14 20
Hardboard 1000 0,29 20
Houtwolcementplaat 350-700 0,09-0,21 25-20
Kunststofschuimen
Polystyreenschuim geëxpandeerd (EPS) 15-40 0,035 5
Polystyreenschuim geëxtrudeerd (XPS) 35-40 0,027 5
Polyurethaan- en Polyisocyanuraatschuim 30-60 0,026-0,035 5

Als een materiaal in een constructie bloot staat aan vocht moet in de isolatieberekening de lambdawaarde worden verhoogd met het in de tabel genoemde toeslagpercentage.

Deze tabel is ontleend aan een van de eerste de SBR-publicaties: Nr. 9: ‘Eigenschappen van bouw- en isolatiematerialen’. De waarden waren daarbij ontleend aan testresultaten die in onafhankelijke laboratoria waren gemeten.