Weer en dispersiegebonden pleister

De verharding van dispersiegebonden pleisters stagneert bij lage temperaturen. Veel fabrikanten stellen als eis dat de verwerking niet mag plaats vinden onder 5 C. Te lage temperaturen kunnen negatieve gevolgen hebben voor de filmvorming. De volledige uitharding kan bij lage temperaturen soms wel een week of meer duren. Vorst vangt vaak aan tegen het einde van de avond. Indien overdag de temperaturen acceptabel zijn kan de verharding al zover zijn doorgevoerd dat (lichte) vorst ‘s nachts geen problemen veroorzaakt. Kritisch de temperaturen blijven volgen en op tijd stoppen met werken is de beste remedie. Desondanks kan het voorkomen dat niet geheel verharde pleisterlagen onverwacht blootgesteld worden aan een plotselinge vorstinval. Een onjuiste verharding door vorst is te constateren als het bindmiddel aan het oppervlak uittreedt. De pleisterlaag heeft dan een gel-achtig uiterlijk. Onjuiste verharding is echter niet altijd zo eenvoudig te constateren. Bestaat er geen zekerheid of de pleister goed verhard is, dan is het raadzaam de verharde pleisterlaag met een kleine harde borstel (bijv. een nagelborstel) stevig te borstelen. Een gevel met vorstschade zal de hierboven beschreven behandeling niet doorstaan, ook al ziet hij er ogenschijnlijk goed uit.